Militaire acties op Borneo

Topografische plattegrond

Rond 1787 had Nederland controle over delen van West- en Zuid-Borneo. Inmiddels was het monopolie op scheepvaart in de Archipel door het Verdrag van Parijs (1784) tot een eind gekomen en was de Vereenigde Oostindische Compagnie door slecht beleid en gebrekkige procedures geen gezonde onderneming meer. Aan het eind van de 18e eeuw werd de VOC opgeheven. Door deze ontwikkelingen was het niet goed mogelijk van Borneo een zinvolle bezitting te maken. In 1790 verklaarden de autoriteiten in Batavia dat de vestigingen op de westkust zinloos, een probleem en ergernis waren; een jaar later trok men zich eruit terug. Een gebied dat door de Sultan van Bandjermasin in 1787 was overgedragen werd in 1797 aan hem teruggegeven. Daarna was de enige zichtbare aanwezigheid van de VOC een klein fort in Tatas aan de zuidkust. Pas in de loop van de 19e eeuw begon de koloniale belangstelling voor Borneo weer toe te nemen, zowel van Britse als van Nederlandse zijde. De Britse belangstelling voor Borneo richtte zich op het noorden van het eiland, in de nabijheid van belangrijke scheepvaartroutes van India naar Singapore en China. De Nederlanders probeerden om commerciële en politieke redenen (de nabijheid van Java) hun invloed in het zuiden te vergroten.[1]

  1. Irwin, Introduction

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search